Uitleg + Opgaven 1 en 2

Uitleg

Deze grafiek geeft de temperatuur T (in °C)  op een bepaalde plaats weer afhankelijk van het tijdstip t (in uren) op die dag.
Image
De temperatuur stijgt vanaf = 4 tot aan t = 15,5 , want als t toeneemt vanaf 4 tot 15,5 , wordt ook T groter. Je zegt dan dat de grafiek stijgend is op het interval <4;15,5>. De temperatuur daalt vanaf t = 15,5 tot aan t = 24, want als t toeneemt vanaf 15,5 tot 24 , wordt T juist kleiner. Je zegt dan dat de grafiek dalend is op het interval <15,5;24>. De temperatuur is nergens constant, hoewel hij tussen 14 uur en 17 uur maar weinig verandert. Als je de stijging op het interval <4;15,5> nauwkeuriger bekijkt, zie je dat hij op het interval <4,8> steeds groter wordt; de grafiek wordt steiler. Er is op dat interval sprake van toenemende stijging. Op het interval <8,14> daarentegen is er een constante stijging; de grafiek blijft daar voortdurend even steil. Op het interval <14;15,5> wordt de stijging steeds minder, het gaat nu om afnemende stijging. Ga zelf na dat de grafiek op het interval <0,4> een afnemende daling vertoont. En op het interval <17,23> is er een vrijwel constante daling. De hoogste dagtemperatuur is 21 °C. Dit is het maximum van T en het wordt bereikt op t = 15,5. De laagste dagtemperatuur is 7 °C. Dit is het minimum van T en het wordt bereikt op t = 4.

Opgave 1

Bekijk de grafiek van de dagtemperatuur in de uitleg. a.   Als de grafiek stijgend is, neemt T dan toe of juist af? b.   Als de grafiek toenemend stijgend is, wat gebeurt er dan met T? c.   Wat is voor de grafiek het verschil tussen een toenemende daling en een afnemende daling? En wat betekent dit voor de temperatuur T ?

Opgave 2

Een keeper trapt een bal weg. Hier zie je de bijbehorende grafiek. Op de horizontale as staat de horizontale afstand van de bal tot de keeper. Op de verticale as staat van de bal de hoogte boven de grond.
Image
a.   Beschrijf met behulp van intervallen de verandering van de hoogte van de bal. b.   Wat is de maximale hoogte van de bal?