Beeld van een vlakke figuur door een puntspiegeling

1 Teken het spiegelbeeld van de driehoek ABC door een puntspiegeling met centrum M. Gebruik hiervoor de groene knop in de knoppenbalk. 2 Versleep A, B, C of M. 3 Vergelijk telkens de vorm en de oppervlakte van de figuur met de vorm en de oppervlakte van haar beeld. Wat stel je vast? Welke eigenschap(pen) ontdek je hier?