theorie 2.2 blz 220
Bestudeer aandachtig de theorie blz 220-221.
Doelen :
. Je krijgt een tabel met statistische getallen zoals gemiddelde, mediaan, standaardafwijking en ook de correlatiecoëfficiënt r.
Enkele voorbeelden:
- Je kent het begrip correlatiecoëfficiënt.
- Je kan de sterkte van een lineair verband zowel grafisch als numeriek interpreteren.
- Je kan met ICT de correlatiecoëfficiënt bij een lineair verband bepalen.
- Je kan de betekenis van de correlatiecoëfficiënt bij een lineair verband verwoorden.
- → stijgende regressierechte → dalende regressierechte → geen lineair verband
- Hoe dichter bij 1 ligt, hoe sterker het lineair verband en hoe dichter de punten bij de rechte liggen.
- → geen of zeer zwakke correlatie
- → zwakke correlatie
- → gemiddelde correlatie
- → sterke correlatie
- De correlatiecoëfficiënt is enkel een manier om de richting en sterkte van een lineair verband cijfermatig uit te drukken. Het berekenen en interpreteren van de correlatiecoëfficiënt bij andere verbanden is volkomen zinloos.
- Als in de buurt van 0 ligt, is er geen lineair verband, maar kan er wel een ander verband zijn tussen beide variabelen.
. Je krijgt een tabel met statistische getallen zoals gemiddelde, mediaan, standaardafwijking en ook de correlatiecoëfficiënt r.
Enkele voorbeelden: