Google Classroom
GeoGebraGeoGebra Klaslokaal

rekenblad: volledige frequentietabel - histogram - boxplot

tekst en formules in het Suite rekenblad

  • Typ tekst tussen aanhalingstekens. Na invoer verschijnt hij links in de cel.
  • Je kan formules gebruiken na een gelijkheidsteken. Hierbij kan je alle GeoGebra commando's gebruiken en refereren naar een cel of een celbereik. Dat refereren kan zowel door namen van cellen of een celbereik manueel te typen als door het klikken in een cel of het selecteren van een celbereik
  • Je kunt formules ook doortrekken in het rekenblad.

startformules voor het rekenblad

Definieer voor de grafische voorstellingen en de volledige frequentietabel volgende drie lijsten:
  • xi = A1 : H5 xi is de lijst met waarnemingsgetallen in het genoemde bereik.
  • Het commando Klassengrenzen(Lijst waarnemingsgetallen, Startwaarde, Klassenbreedte) bepaalt een lijst met klassengrenzen. Merk op dat GeoGebra zelf de bovenwaarde van de laatste klasse bepaalt. grenzen = (xi, 0, 5) bepaalt de klassengrenzen met 0 als kleinste getal en 5 als breedte.
  • Uit beide lijsten kan je GeoGebra de frequenties laten turven om te gebruiken in de frequentietabel. fi= Frequentie(grenzen, xi) creëert een lijst met de frequenties van alle klassen. Zo vind je bv. als frequentie voor de n-de klasse het getal fi(n). Deze formule fi(...) kan je gebruiken voor de afzonderlijke frequenties in de frequentietabel.
Tip: Bij het creëren van een lijsten, worden ze automatisch l1, l2,... genoemd. Met meerdere lijsten is het handig om bij zelf een herkenbare naam te kiezen. Zo gebruik ik in het voorbeeld de namen xi en fi als herkenbare namen. Voor het typgemak gebruik ik ook geen underscore.
[u]Opmerking[/u]:
Het werken met het commando [i]Klassengrenzen [/i]komt overeen met de interface van de module Statistiek in Klassiek, waarin je na selecteren van  de optie [i]Bepaal manueel de klassengrenzen[/i] de startwaarde en de klassenbreedte vastlegt in invulvakjes.
Opmerking: Het werken met het commando Klassengrenzen komt overeen met de interface van de module Statistiek in Klassiek, waarin je na selecteren van de optie Bepaal manueel de klassengrenzen de startwaarde en de klassenbreedte vastlegt in invulvakjes.
Bekijk in onderstaand applet de volledige frequentietabel en zie onderaan hoe je, analoog als in Excell, de waarden dynamisch definieert zonder extra GeoGebra commando's.

volledige frequentietabel

  • Typ de inhoud van de kopcellen van de kolommen als een tekst, bv. "Klasse". Typ ook de getallen van 1 tot 6 als referentiewaarden in de kopcellen van de rijen.
  • frequenties: Bepaal de inhoud van cel C8 als =fi(en klik in cel A8). In C8 verschijnt nu de 1e waarde van lijst fi. Trek de formule door voor alle rijen zodat voor elke klasse de gepaste frequentie ingevuld wordt. Bepaal de inhoud van cel C14 als =Som(en selecteer alle bovenstaande frequenties) zodat het totaal aantal waarden verschijnt.
  • cumulatieve frequenties: Bepaal de inhoud van cel D8 als = en klik in cel C8. Bepaal (door klikken of typen) de inhoud van cel D9 als = D8 + C9. Trek nu de formules door voor de cumulatieve frequenties van elke klasse.
  • relatieve frequenties: Bepaal de inhoud van cel E8 als = en klik in cel C8/40 en trek de formule door. Opmerking: Je kan de noemer natuurlijk ook definiëren door de absolute verwijzing $C$14.
  • de cumulatieve relatieve frequenties bereken je tenslotte analoog als de cumulatieve frequenties.

beschrijvende maten en diagrammen

  • Beschrijvende maten: Klik achter de lijst xi op de knop Meer en selecteer de optie Statistiek. GeoGebra toont de 5 matenverzameling (minimum - Q1 - mediaan - Q3 - maximum). Aanvullend kan je het gemiddelde bereken als gemidd(xi) en het als een punt voorstellen.
  • Diagrammen: Uit de lijsten met klassengrenzen en waarnemingsgetallen creëer je een histogram als Histogram(grenzen, xi, false). De parameter false bepaalt dat je absolute frequenties wil tonen. Je creëert een boxplot 2 eenheden onder de horizontale as met het commando Boxplot(-2, 1, xi). Waar je in Klassiek in twee vensters een apart diagram kunt tonen, maar de assen niet kan kalibreren, is dit in het tekenvenster altijd het geval.