Google ClassroomGoogle Classroom
GeoGebraGeoGebra Classroom

2t: losse gegevens

de beschrijvende maten van losse gegevens

  • Open het tabelvenster .
  • Typ in de eerste kolom een reeks losse gegevens.
  • Klik achter x_1 op de knop Meer en selecteer Beschrijvende maten. In een dialoogvenster lees je de beschrijvende maten voor de ingevoerde lijst af: gemiddelde, standaardafwijking, minimum, Q1, mediaan, Q3 en maximum.
Opmerking:
  • Je kan losse gegevens ook invoeren en verwerken in het rekenblad. Voorlopig is de optie Beschrijvende maten via de knop Meer nog sneller en vollediger als je enkel de beschrijvende maten wil berekenen. Wil je echter vanuit het tabelvenster grafische voorstellingen creëren, dan moet je alles manueel blijven doen.
  • In het rekenblad zal je na selecteren van een celbereik zowel beschrijvende maten kunnen berekenen als grafische voorstellingen kunnen creëren. Dan kan je m.a.w. zulke gegevens beter verwerken via het rekenblad.

schermafbeelding van ontwikkelingsfase rekenblad

schermafbeelding van ontwikkelingsfase rekenblad

grafische voorstellingen vanuit het tabelvenster

Bij het typen van de waarden in de 2e kolom creëert GeoGebra een lijst x1 als een hulpobject dat. Afhankelijk van je instellingen wordt dit wel of niet getoond in het algebravenster. Typ je als invoer x_1, dan creëer je een nieuwe lijst l1, die altijd getoond wordt. Het is een optie als je het lastig vindt om steeds dat subscript te typen.
  • Open het Algebravenster.
  • Dotplot(l1) creëert een dotplot van de lijst l1.
  • Staafdiagram(l1, 1) creëert een staafdiagram met staafbreedte 1. Je kan uiteraard de staven smaller tekenen.
  • Boxplot(-2, 1, l1) creëert een boxplot 2 eenheden onder de x-as met hoogte 1.
Opmerkingen:
  • Bij grote waarden kan Zoom passend gebruiken om de grafische voorstellingen in beeld te brengen.
  • Voeg in het commando Boxplot true toe als extra parameter als je eventuele uitschieters wil uitsluiten.

waarden aanduiden op staafdiagram en/of boxplot

De waarden van de beschrijvende maten kan je gebruiken om ze als punten weer te geven op het boxplot en/of het staafgram.
  • Gem = (gemidd(l1), 0) creëert op de x-as een punt dat het gemiddelde aanduidt.

frequentietabel

In het staafdiagram kan je uiteraard de frequenties van de voorkomende waarden aflezen. Je kan ook bijkomend vanuit de lijst l1 een beperkte frequentietabel creëren als tekstobject:
  • een frequentietabel met de absolute frequenties als: Frequentietabel(l1),
  • een frequentietabel met de cumulatieve frequenties als Frequentietabel(true, l1).
Wil je een volledige frequentietabel opstellen, dan kan je met het rekenblad werken. Via het algebravenster kan je de tabel in het tekenvenster tonen of verbergen.

wat met (grotere) gegevensbestanden?

Hiervoor heb je meerdere mogelijkheden: - In de datatabel kan je csv-bestanden invoeren (zie ook importeren van csv-databestanden). - In het rekenblad van Suite kan je via knippen en plakken gegevens kopïeren vanuit Excelbestanden.