lineair verband

Onderwerp:
Functies

dynamische puntenreeks en functiewaardentabel

Met behulp van lijsten kan je door het verslepen van een punt op de x-as een reeks van punten dynamisch laten verschijnen met daarbij ook een fuctiewaardentabel die het verslepen volgt.

Lineair verband illustreren

Een lijst van punten tekenen volgens een lineair verband:
  • Definieer een geheel getal v en een lineair verband door het functievoorschrift v*x, x <= x(A).
  • Definieer een punt A = Punt(Lijnstuk((0, 0), (10, 0))).
  • Definieer een punt AA = (x(A), f(x(A))) en een bijhorend punt AY = (0, f(A)) op de y-as.
  • Definieer een getal tot = floor(x(A)) als het grootste geheel getal kleiner of gelijk aan x(A).
  • Definieer een rij van punten lijstp = Rij((n, f(n)), n, 0, tot) die bij het verslepen van het punt A op de x-as een toenemende rij punten toont volgens het lineair verband van f.
Een functiewaardentabel creëren die het verslepen van het punt A volgt.
  • Definieer een dynamische lijst met x-waarden: lijst = Rij(0, tot) en een lijst met bijhorende functiewaarden lijstf = Rij(f(n), n, 0, tot).
  • Vul deze lijsten aan met respectievelijk een tekst "x" een een tekst "f(x)" als lijsten voor de tabel: l1 = Samenvoegen({{"x"}, lijst}) en l2 = Samenvoegen({{"f(x)"}, lijstf}).
  • Creëer nu de functiewaardentabel met het commando TabeLT(l1, l2, "r|0100000000000_010").
Opmerking: Met de reeks cijfertjes 0 en 1 bepaal je de horizontale en verticale lijntjes in de tabel. Meer over het tabelcommando vind je in de handleiding.