Parameters van tweedegraadsfuncties
Opgave
Verken de invloed van de parameters van een tweedegraadsfunctie door ofwel de grafiek te verslepen ofwel het functievoorschrift te wijzigen.
Instructies
| 1. |  | Typ f(x) = x^2 in het Invoerveld en Enter.
Welke vorm heeft de grafiek? |
| 2. |  | Activeer de knop Verplaatsen en selecteer de functie. Klik op de  Opmaakwerkbalk en selecteer het icoon  om de functie los te maken, zodat je de grafiek kunt verslepen in het  Tekenvenster. Zie hoe ook de vergelijking verandert in het  Algebra venster. |
| 3. |  | Versleep nu de grafiek zodat de overeenkomstige vergelijking overeenkomt met
|
| 4. | | Selecteer het functievoorschrift. Wijzig het voorschrift in f(x) = 3 x^2.
Hoe verandert de grafiek?
|
| 5. | | Verander het functievoorschrift en geef de parameter verschillende waarden (v.b. 0.5, -2, -0.8, 3). |