Draaiingen - eigenschap 2
Draaiingen - eigenschap 2
Je hebt in het vorige applet vastgesteld: een draaiing behoudt de collineariteit.
Onderzoek nu de lengte van het draaibeeld van een lijnstuk:
- meet de lengte van lijnstuk [XY]
- draai de punten X en Y rond het draaicentrum O volgens de georiënteerde hoek BÂC
- hernoem de draaibeelden van de punten naar X' en Y' en teken het lijnstuk [X'Y']
- meet de lengte van lijnstuk [X'Y']
Je kan de punten A, B, C, X en Y slepen om de hoekgrootte of lengte van het lijnstuk te wijzigen.
Wat stel je vast? Noteer je vaststelling op het werkblad.