Theorie
Theorie
Een functie is:
- stijgend als de y -waarden groter worden bij groter wordende x.
 - dalend als de y -waarden kleiner worden bij groter wordende x.
 
- een maximum als hij overgaat van stijgend in dalend in een aaneengesloten grafiek.
 - een minimum als hij overgaat van dalend in stijgend in een aaneengesloten grafiek.
 

Om aan te geven voor welke waarden van x van een bepaalde soort stijging of daling sprake is, gebruik je intervallen.

De bovenste grafiek heeft een:
- afnemende stijging op het interval <←,a>, omdat de stijging daar steeds minder sterk wordt;
 - toenemende daling op het interval <a,b>, omdat de daling daar steeds sterker wordt;
 - afnemende daling op het interval <b,c>, omdat de daling daar steeds minder sterk wordt;
 - toenemende stijging op het interval <c,d>, omdat de stijging daar steeds sterker wordt;
 - constante stijging op het interval <d,→>, omdat de stijging daar steeds even sterk blijft, de grafiek is daar een rechte lijn.