blokfluiten uit de 17e en 18e eeuw

Vroeg-17e eeuwse, vaak Venetiaanse muziek, wordt meestal gespeeld op een zogenaamde Ganassi-fluit. Ze is genoemd naar Sylvestro Ganassi, een Venetiaans hofmuzikant die in 1535 een handleiding voor de blokfluit beschreef. Naar zijn tekeningen worden nu historische instrumenten nagebouwd.
Image
Voor de 18e eeuwse barokmuziek gebruikt men eerder fluiten zoals ze gebouwd werden door Thomas Stanesby. Ganassi-fluiten zijn nog cilindrisch geboord, Stanesby-fluiten conisch (onderaan is de opening smaller dan bovenaan). De Ganassi-fluiten hebben onderaan geen dubbele gaatjes en de klank is zoals de fluit zelf: open, rechttoe rechtaan.
Image
Is het nu vervelend dat de Ganassi-fluiten geen dubbele gaatjes hebben?  Helemaal niet, want de muziek waarvoor ze gebouwd is, staat in toonaarden waarin die halve tonen gewoon niet voorkomen.  Blokfluitmuziek uit ca. 1600 staat gewoon inC, de grondtoon van de sopraanfluit. Hoogstens lees je in de partituur ergens een fa# , gebruikt als leidtoon naar een sol.  Componisten als Frescobaldi en Fontana gebruiken geen ingewikkelde harmonische structuren of gezochte samenklanken. Zij mikken puur op melodie en de virtuositeit van de uitvoerder in snelle melodische omspelingen in duidelijke, eenvoudige toonaarden.